
‘O, mag ik alsjeblieft met jou ruilen?’ denk ik wanneer ik haar zie.
Ik kijk naar een vrouw voor mij die op een balkon staat. Vastgeklonken aan de stoeptegel waarop ik sta staar ik haar aan. Ze klopt iets met een mattenklopper. Een kleedje of vloermat. Ik zou op dit moment alles echt alles er voor over hebben om haar huis tiptop schoon te maken. Ik, die zo’n hekel aan huishoudelijke klussen heeft.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hoe heb ik het in mijn hoofd gehaald om hieraan te beginnen? Hoe heb ik mij weer, voor de hoeveelste keer, halsoverkop in een avontuur gestort? Hersenloos prop ik mijn hoofd vol met .. ja wat eigenlijk? Plotselinge opwellingen die onmiddellijk worden omgezet in spontane acties. Zoiets!
Na de zoveelste cliënt voor mij met het zoveelste zelfde verhaal krijg ik een geweldig idee. Waarom zou ik niet een aantal mensen met vergelijkbare problematiek tegelijk in een groep stoppen? Daarmee sla ik twee vliegen in één klap. Tijdswinst en lotgenoten kunnen vergelijkbare ervaringen met elkaar delen. Dat werkt altijd positief. Trots leg ik het idee aan mijn leidinggevende voor. Als Bedrijfsmaatschappelijk Werker dien je naast je collega’s per slot van rekening ook je werkgever. Mijn leidinggevende vind het een prima idee. Na een paar uit de bibliotheek gelezen boeken over hoe je een cursus opzet en nog een aantal thema georiënteerde artikelen ben ik er klaar voor. Maar nu voelt het alsof ik terug ben bij af. Af geserveerd, al voor ik begin. Mijn benen en armen zijn als van een lappenpop, mijn darmen rommelen als een opkomend onweer, mijn hoofd warm, de handen koud.
Ik zet mijn fiets in de stalling, loop het gebouw binnen en vind het lokaal waar de cursus over een half uur start. Ik open de ramen, geniet een kort moment van frisse lucht. Loop zoals een keeper rondjes in zijn doel maakt door het lokaal. Om me het eigen te maken, om te worden gerustgesteld. Werktuigelijk begroet ik de binnendruppelde cursisten. Schud handen, trek m’n lippen tot een glimlach en blader door meegenomen mappen.
En dan, dan is het zover. Allen zitten op hun plaats, het is precies half negen. Ik kijk het briefje dat ik heb meegenomen waar ter ondersteuning enkele steekwoorden op staan. Merk dat ik zo gespannen ben dat ik de tekst niet eens kan lezen. Merk dat mijn hand trilt. Werp een blik op de cursisten. Zie dat ze allemaal hun blik op mij richten. Hun blik vol focus, vol verwachting. Ik zeg:
‘Welkom allemaal op de training ‘effectief omgaan met werkstress.’
A ha…. Waar herken ik dit van??
LikeLike
Mooi zo, ben ik niet de enige!
LikeLike
Geweldig Ineke, zó herkenbaar.
LikeLike
O ja, ben ik niet de enige?
LikeLike